Toen ik 12 jaar was, wilde ik graag piano leren spelen. Ik keek met bewondering naar de mensen die de prachtigste klanken uit een piano tevoorschijn wisten te toveren. Vooral kon ik genieten van de handen die passioneel de toetsen beroerden. Het leek wel of die handen én de klanken die ze voortbrachten, één geheel vormden. Een geheel van passie, beweging en klank die rechtstreeks mijn ziel raakte.
Helaas is het er niet van gekomen. Mijn ouders konden het niet opbrengen om mij op pianoles te laten gaan. Maar mijn liefde voor muziek en klanken is er niet minder door geworden.
Ik kan nog steeds genieten van muziek en klanken die woordeloos zoveel verhalen kunnen vertellen. Die diepere lagen in me kunnen aanraken en me direct in verbinding brengen met gevoelens van plezier, verdriet, beweging, passie en avontuur. Muziek brengt me weer naar de verliefdheid voor mijn eerste vriendinnetje, naar het verlies van mijn ouders en andere geliefden. Naar mijn diepste dalen en naar mijn hoogste geluk. Muziek laat me avonturen beleven, die ik in mijn stoutste dromen niet eerder heb beleefd.
Muziek is een taal die me rechtstreeks aanspreekt en ruimte en tijd overschrijdend is. Muziek is een taal die eerlijk is, niet verwijt, niet veroordeeld, zich niet anders voordoet. Of we het mooi vinden of niet: muziek is oprecht en authentiek.
Muziek bestaat ook bij de gratie van de stilte. Stilte geeft aan waar muziek begint en eindigt. Maar het is ook de stilte tussen de klanken die uiteindelijk de muziek maakt. Als we alles opvullen met klanken zou er alleen maar lawaai zijn. Zonder stilte geen muziek. Muziek krijgt zijn betekenis door de afwisseling van stilte en klank. Stilte is de aanloop naar geluid. Geluid wordt pas manifest als er stilte op volgt.
Stel dat muziek een mensentaal zou zijn. En dat we elkaar met muziek en klanken konden toespreken. Dat we elkaar rechtstreeks konden bereiken, zonder bijgedachten, zonder verborgen agenda’s, zonder de onhandigheid van woorden of het verkeerd begrepen zijn. Maar gewoon authentiek, oorspronkelijk en rechtstreeks van hart tot hart.
Als coach en trainer probeer ik ook de juiste toon te vinden om contact te maken van hart tot hart. Ik ben mijn eigen instrument en probeer me af te stemmen op het instrument van de ander. Dat vraagt openheid en kwetsbaarheid. Dat vraagt om heel goed te luisteren en in te voelen. Dat vraagt om ruimte, zodat ook de ander ruimte heeft om zijn eigen klanken naar buiten te brengen.
En ja, soms vinden we elkaar in een prachtig samenspel. In een woordeloze stilte.
Rechtstreeks van hart tot hart.