Skip to main content

DE PLUTOKRAAT

TIJDENS MIJN ZWERFTOCHTEN zag ik eens op een eiland een menshoofdig monster met ijzeren hoeven dat zonder ophouden at van de aarde en dronk uit de zee. En lange tijd sloeg ik hem gade. Toen ging ik naar hem toe en zei, ‘Heb je nooit genoeg; is jouw honger nooit gestild en je dorst nooit gelest’?
En hij antwoordde, zeggende, ‘Ja ik ben verzadigd, en wat meer is, ik ben het eten en het drinken zat; maar ik ben bang dat er morgen geen aarde meer zal zijn om te eten en geen zee meer om te drinken’.

Kahlil Gibran – De voorloper (1982)